Treestand gebruik en veiligheid

Veiligheid is essentieel bij het jagen vanuit een treestand, aangezien een val van hoogte ernstige verwondingen of zelfs de dood kan veroorzaken.
Het is essentieel om altijd aandacht te besteden aan je veiligheid wanneer je een treestand gebruikt. Als je niet vertrouwd bent met je treestand of als het je eerste keer is, overweeg dan om eerst op een lage hoogte te oefenen voordat je daadwerkelijk gaat jagen. Veiligheid moet altijd voorop staan! Als je van plan bent om te jagen vanuit een treestand, volg dan deze niet limitatieve veiligheidstips:

ZELFKLIMMENDE TREESTAND

  1. Handleiding: lees de handleiding vooraf goed door.
  2. Inspectie: Controleer beide delen van de standaard op slijtage, defecten of schade voordat je deze gebruikt.
  3. Vermijd overbelasting: Zorg ervoor dat je de gewichtslimiet van de treestand niet overschrijdt. Dit omvat zowel jouw gewicht als dat van je uitrusting.
  4. Klimharnas: Het is van essentieel belang om een klimharnas te dragen wanneer je een zelfklimmende treestand gebruikt. Bevestig het harnas aan de boom voordat je begint met klimmen.
  5. Kies de juiste boom: Zorg ervoor dat de boom gezond en levend is, zonder tekenen van rot of schade. De boom moet ook de juiste diameter hebben, zoals aanbevolen door de fabrikant van de treestand.
    1. Tip: Neem een touwtje mee met twee knopen in voor de minimum en maximum diameter van de boom.
  6. Stabiliteit: Zorg ervoor dat zowel het bovenste als het onderste deel van de treestand stevig tegen de boom zijn bevestigd voordat je begint met klimmen.
  7. Klimtechniek: Bij het klimmen, verhoog eerst het onderste deel (het voetplatform) een klein stukje, en daarna het bovenste deel. Zorg ervoor dat je altijd met beide benen op het onderste platform staat en jezelf vasthoudt aan het bovenste platform voordat je het onderste platform verstelt.
    1. Zorg dat beide platformen aan elkaar gekoppeld zijn door een stevig touw zodat je je onderste platform terug kan ophijsen moest het per ongeluk vallen.
  8. Minimale beweging: Vermijd plotselinge of uitgebreide bewegingen tijdens het klimmen om te voorkomen dat de standaard verschuift.
  9. Maximale hoogte: Klim niet hoger dan nodig is om een goed zicht en schietpositie te krijgen. Hoger klimmen dan nodig verhoogt alleen maar de risico's zonder duidelijk voordeel.
  10. Veiligheidslijn: Gebruik een veiligheidslijn of stijglijn die je omhoog begeleidt terwijl je klimt. Dit zorgt ervoor dat je, mocht je vallen, slechts een korte afstand valt voordat de lijn je opvangt.
    1. Je dient ten allen tijde met je harnas verbonden te zijn aan de boom via een veiligheidsriem of -touw.
    2. Pas wanneer je zeker bent dat je treestand stevig vast hangt, verplaats je de riem of het touw.
  11. Overbrugging: Zorg ervoor dat er geen grote afstand is tussen het bovenste en onderste deel van de standaard. Een te grote afstand kan het moeilijk maken om het bovenste deel te bereiken of je uit balans brengen.
  12. Vastzetten op hoogte: Eens op de gewenste hoogte gekomen, zet het bovenste deel van de treestand vast met de meegeleverde riem zodat dit niet per ongeluk kan vallen wanneer je er tegen stoot.
    1. Let op: dit beschermt enkel tegen opwaartse bewegingen. Je treestand kan nog steeds loskomen wanneer je naar de zijkant leunt. Dus let hiervoor extra op dat je de treestand niet gebruikt om tegen te leunen.
  13. Test op de grond: Voordat je de treestand in een echte jachtsituatie gebruikt, oefen dan met het opzetten en klimmen op een veilige, lage hoogte om vertrouwd te raken met de procedure.
  14. Gebruik een touw of hijssysteem om uitrusting omhoog te brengen: In plaats van te proberen je uitrusting te dragen terwijl je klimt, gebruik je een touw om je boog, rugzak en andere uitrusting na het klimmen omhoog te hijsen nadat je jezelf hebt gevestigd op de gewenste hoogte.
    1. Een hondenlijn van bv 7 meter is goedkoop en werkt perfect.
    2. Breng om de meter markeringen aan op dit touw zodat je weet hoe hoog je zit.
  15. Dalen: Bij het afdalen, volg je het omgekeerde proces van het klimmen, waarbij je eerst het bovenste deel laat zakken en vervolgens het onderste deel.
  16. Laat iemand weten waar je bent: Voordat je gaat jagen, vertel iemand waar je treestand zich bevindt en wanneer je verwacht terug te zijn.
    1. Draag je GSM/communicatiemiddel op je bovenlichaan zodat bij een val deze altijd binnen handbereik is.
  17. Neem een fluitje of communicatiemiddel mee: In geval van nood is het handig om een fluitje of ander middel te hebben om hulp in te roepen.
  18. Nuttige hulpmiddelen om mee te nemen:
    1. klein handzaagje om takjes die in de weg zitten af te zagen
    2. een touw om eventuele takken weg te buigen
    3. allen keys
    4. stukje reserve D-loop
    5. Klein mesje
    6. Pleisters (broadheads zijn erg scherp ;-) )
    7. Fluitje / gsm / Walkie-talkie
    8. Medicatie bv Immodium…
    9. Je dient ook steeds je gevalideerd jachtverlof, identiteitskaart en verzekering op je lichaam bij je te hebben.
    10. Bij sommige jachtgroepen is een jachthoorn verplicht. Informeer je.
  19. Procedure:
    1. Boomselectie: Kies een gezonde, levende boom zonder dode takken en met een diameter die geschikt is volgens de specificaties van de fabrikant.
    2. Voorbereiding: Doe je klimharnas aan en zorg ervoor dat het correct is afgesteld.
    3. Bevestig het onderstel rond de boom.
      1. Hou er rekening mee dat de diameter van de boom afneemt in de hoogte, dus het is normaal dat het onderste platform naar boven wijst en pas dus de lengte van de kabel aan.
    4. Bevestig het bovenste deel van de treestand rond de boom.
      1. Dit kan ook nog lichtjes naar boven wijzen
    5. Verbind het bovenste en onderste deel van de treestand.
      1. Zorg ervoor dat de lengte van dit touwtje niet te lang is zodat het onderstel niet te diep kan vallen moest het per ongeluk los komen.
    6. Bevestig je materiaal aan de opheislijn.
      1. Leg je boog met pijlen (en broadheads) niet onder je treestand maar leg die opzij dat wanneer je zou vallen niet op je broadheads valt.
      2. Maak dit niet te zwaar.. Je boog/pijlen en wat proviand is voldoende.
    7. Zet het bovenste deel hoog genoeg zodat je er van onder uit in kan klimmen.
      1. “Hang” wat aan het bovenste platform wanneer je op het onderste gaat staan zodat het bovenste deel niet los komt en valt.
    8. Ga op het onderste platform staan en maak de veiligheidsriem of -touw vast aan de boom, boven het bovenste platform. Plaats dit telkens zo hoog mogelijk zodat je val steeds minimaal is.
      1. Bevestig je harnas aan deze lijn met een geschikte karabijnhaak of prusik-knoop, zodat je tijdens het klimmen continu beveiligd bent.
    9. Begin met klimmen:
      1. Zit in of op het bovenste deel van de treestand
      2. Haak je voeten in op de juiste plaats van het onderste deel van de treestand, kantel dit zodat het los komt van de boom en til dit onderste deel zo hoog mogelijk en zet het terug vast. Vergewis je ervan dat het goed rond de boom zit, dat de kabel boven het platform zit en dat de tanden goed in de schors van de boom ‘bijten’.
      3. Ga voorzichtig op het onderste deel staan en breng gradueel je gewicht over van het bovenste deel op het onderste.
      4. Verplaats de veiligheidsriem of -touw een stuk hoger op de boom, telkens zo hoog mogelijk zodat je harnas strak met dit touw of riem verbonden is.
      5. Til dan het bovenste deel op zodat het los komt van de boom en zet dit een stuk hoger op de boom.
      6. Ga dan opnieuw in of op het bovenste deel van de treestand zitten en herhaal dit proces tot je op de gewenste hoogte aangekomen bent.
    10. Vastzetten van je treestand
      1. Zodra je de gewenste hoogte hebt bereikt, zorg je ervoor dat zowel het boven- als het onderstel goed vergrendeld en stabiel zijn. Het bovenste deel kan je best met een veiligheidsriem vastmaken zodat het niet van de boom los kan komen. Het onderste deel mag niet naar beneden hellen en dient goed stabiel aan de boom vast te zitten.
    11. Uitrusting hijsen:
      1. Gebruik een touw om je uitrusting (boog, rugzak, enz.) naar je toe te hijsen. Zorg ervoor dat je dit doet zonder over de rand van het platform te leunen!
    12. Jagen:
      1. Terwijl je jaagt, blijf je te allen tijde vastgemaakt aan je veiligheidslijn/stijglijn. De lijn dient strak te staan wanneer je neerzit.
      2. Vermijd plotselinge bewegingen die je evenwicht kunnen verstoren.
      3. Leun zeker niet tegen de zijkant van je treestand want dan kan die wegroteren.
      4. Let bij het aantrekken van je boog er op dat je jezelf niet uit de boom duwt door met je ellenboog tegen de boom te stoten. Test vooraf of je voldoende ruimte hebt.
    13. Afdalen: Om af te dalen, herhaal je het klimproces in omgekeerde volgorde.
      1. Laat eerst je boog en materiaal aan de ophijslijn zakken. Zorg ervoor dat je boog met pijlen niet onder je treestand komt maar aan de andere kant van de boom of ver genoeg opzij.
      2. Eerst verlaag je het bovenstel een stukje, dan volg je met het onderstel.
      3. Zorg dat je je veiligheidsriem of -touw niet verder naar beneden zet dan nodig, dit om te zorgen dat moest je vallen, je val en de bijhorende schok minimaal zijn.
      4. Pas wanneer je helemaal beneden bent, maak je je harnas los van de veiligheidsriem of -lijn.
      5. Gebruik het bovenste deel om je vast te houden wanneer je uit de treestand stapt.

VASTE TREESTAND

De regels voor het gebruik van een vaste treestand zijn gelijkaardig, het klimmen is anders.

  1. Inspectie voor gebruik: Controleer de treestand en alle bijbehorende uitrusting regelmatig op tekenen van slijtage, beschadiging of defecten.
  2. Gebruik een klimharnas: Draag altijd een goedgekeurd klimharnas, ook wel valbeveiligingsharnas genoemd, van het moment dat je van de grond gaat tot het moment dat je weer terugkeert. Bevestig jezelf aan de boom met een veiligheidsgordel of -lijn.
  3. Kies de juiste boom: Zorg ervoor dat de boom gezond en levend is, zonder tekenen van rot of schade. De boom moet ook de juiste diameter hebben, zoals aanbevolen door de fabrikant van de treestand.
    1. Tip: Neem een touwtje mee met twee knopen in voor de minimum en maximum diameter van de boom.
  4. Gebruik een treestand met een veiligheidslijn of -stijglijn: Dit is een touw of band dat van de basis van de boom naar de treestand loopt, waarmee je jezelf kunt zekeren tijdens het klimmen en dalen.
  5. Drie punten van contact: Houd tijdens het klimmen en dalen altijd drie punten van contact aan (bijv. twee handen en één voet of twee voeten en één hand).
  6. Gebruik een touw of hijssysteem om uitrusting omhoog te brengen: In plaats van te proberen je uitrusting te dragen terwijl je klimt, gebruik je een touw om je boog, rugzak en andere uitrusting na het klimmen omhoog te hijsen.
  7. Vermijd overbelasting: Zorg ervoor dat je de gewichtslimiet van de treestand niet overschrijdt. Dit omvat zowel jouw gewicht als dat van je uitrusting.
  8. Vermijd abrupte bewegingen: Maak geen plotselinge, ongecontroleerde bewegingen in de treestand die je uit balans kunnen brengen.
  9. Laat iemand weten waar je bent: Voordat je gaat jagen, vertel iemand waar je treestand zich bevindt en wanneer je verwacht terug te zijn.
  10. Oefen eerst op een lage hoogte: Voordat je op jacht gaat, oefen je het opzetten, klimmen en gebruik van je treestand op een veilige, lage hoogte om vertrouwd te raken met de procedure.
  11. Neem een fluitje of communicatiemiddel mee: In geval van nood is het handig om een fluitje of ander middel te hebben om hulp in te roepen.